Eigen vermogen
x € 1.000 | |||||
Omschrijving | Stand per | B&D | Toevoeging | Onttrekking | Stand per |
a | B | c | d | e = a+b+c-d | |
Algemene risicoreserve | 57.047 | 0 | 0 | 0 | 57.047 |
Algemene dekkingsreserve | 45.953 | 29.460 | 29.148 | 61.673 | 42.888 |
Totaal Algemene reserve | 103.000 | 29.460 | 29.148 | 61.673 | 99.935 |
Bestemmingsreserves | 498.729 | 13.556 | 61.729 | 72.454 | 501.560 |
Totaal reserves | 601.729 | 43.016 | 90.877 | 134.127 | 601.495 |
Bovengenoemde toevoegingen en onttrekkingen aan reserves zijn in overeenstemming met de door de gemeenteraad genomen besluiten.
In de Jaarstukken 2017 is een last van circa 13,7 miljoen euro verantwoord in verband met de de-activering van het onroerend goed Gerrit Rietveld College. Hierover is bij de Resultaatbestemming 2017 besloten. Dit heeft geleid tot re-allocatie van de Vaste Activa Reserves binnen het (Huisvestings)programma Onderwijs. Als gevolg van de administratief-technische verwerking hiervan in 2018 wijken de bedragen van de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves, zoals opgenomen in het Overzicht van Baten en Lasten, af van de bedragen zoals opgenomen in bovenstaande verloopstaat. Per saldo zijn de reserves met hetzelfde bedrag gemuteerd.
Algemene reserves
De algemene reserves bestaat uit twee onderdelen; de algemene risicoreserve en de algemene dekkingsreserve.
Algemene risicoreserve
Deze reserve maakt deel uit van de beschikbare weerstandscapaciteit en is de uiterste buffer voor het opvangen van de financiële gevolgen van optredende risico's. De noodzakelijke hoogte van de reserve wordt jaarlijks bepaald op basis van de geactualiseerde risicoberekening. Voor een uitgebreide toelichting hierop wordt verwezen naar de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.
Algemene dekkingsreserve
De algemene dekkingsreserve wordt gebruikt voor concernbrede reserveringen; onder andere van incidentele baten uit erfpachtconversies en resultaten uit de verkoop van gemeentelijk eigendom. Daarnaast wordt de algemene dekkingsreserve gebruikt voor egalisatie tussen de jaren van de meerjarenraming.
Bestemmingsreserves
Programmareserves
x € 1.000 | ||
Naam | Boekwaarde | Boekwaarde |
Bewoners en Bestuur | 551 | 44 |
Stedelijke Ontwikkeling | 86.169 | 91.862 |
Duurzaamheid | 10.923 | 8.835 |
Bereikbaarheid | 24.107 | 31.345 |
Openbare Ruimte en Groen | 27.596 | 16.111 |
Economie | 2.319 | 1.765 |
Werk en Inkomen | 8.165 | 5.397 |
Onderwijs | 21.599 | 19.886 |
Maatschappelijke ondersteuning | 3.475 | 2.155 |
Volksgezondheid | 178 | 0 |
Veiligheid | 173 | 173 |
Cultuur | 889 | 800 |
Sport | 3.442 | 3.314 |
Utrechts Vastgoed | 4.460 | 4.778 |
Algemene Middelen | 22.078 | 18.408 |
Overhead | 6.833 | 6.534 |
Reserves ten bate van vaste activa | 275.772 | 290.153 |
Totaal bestemmingsreserves | 498.729 | 501.560 |
Voor een toelichting per programmareserve verwijzen wij u naar het hoofdstuk Reserves.
Voorzieningen
| x € 1.000 | |
Omschrijving | Boekwaarde | Boekwaarde |
Verplichtingen en verliezen | 0 | 72.452 |
Vanwege risico’s | 75.008 | 8.877 |
Vanwege egalisatie | 3.049 | 3.430 |
Bijdragen aan vervangingsinvesteringen in relatie tot heffingen | 0 | 1.781 |
Van derden ontvangen bestemmingsbedragen | 3.008 | 282 |
Totaal | 81.065 | 86.822 |
Voor een toelichting per voorziening verwijzen wij u naar het hoofdstuk Voorzieningen . De indeling van de voorzieningen is in het kader van de regelgeving BBV aangepast. We onderscheiden nu een vijftal onderdelen.
Verplichtingen en verliezen
Betreft voorzieningen Grondexploitaties zie ook onderstaande tabel.
Voorzieningen Grondexploitaties
x € 1.000 | |||
Omschrijving | Op grond van | Waardecorrectie op | Niet benut op peildatum |
a | b | c = a-b | |
Stationsgebied | 111.792 | 48.661 | 63.131 |
Binnenstedelijk | 32.332 | 23.011 | 9.321 |
Totaal | 144.124 | 71.672 | 72.452 |
De voorzieningen zijn gebaseerd op de bepaling van de netto contante waarde (ncw) van de grondexploitatieprojecten met een negatief saldo.
Vanwege risico’s
De grotere risicovoorzieningen zijn getroffen voor wethouderspensioenen 5,2 miljoen euro en frictiekosten 1,3 miljoen euro.
Vanwege egalisatie
Onder deze noemer worden de voorzieningen verantwoord die zijn ingesteld om de lasten aan een aantal opeenvolgende jaren te kunnen toerekenen. Eén grote egalisatievoorzieningen is: Grondbank 1,4 miljoen euro
Bijdragen aan vervangingsinvesteringen in relatie tot heffingen
Dit betreft de nog uit te voeren GRP-investeringen.
Van derden ontvangen bestemmingsbedragen
Dit zijn gelden die nog niet zijn besteed maar die onder strikte voorwaarden zijn verkregen van derden, zoals rijks- of provinciale overheid.
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer
Onderhandse leningen van openbare lichamen, binnenlandse banken en van overige binnenlandse sectoren.
Onderhandse leningen
| x € 1.000 | |
Omschrijving | Boekwaarde | Boekwaarde |
van openbare lichamen | 20.000 | 20.000 |
van binnenlandse banken | 893.091 | 863.068 |
Totaal | 913.091 | 883.068 |
De onderhandse leningen van openbare lichamen, van binnenlandse banken en van overige binnenlandse sectoren vormen samen de langlopende leningenportefeuille van de gemeente Utrecht en beslaat ultimo 2018 een totaalbedrag van 883,1 miljoen euro. Hierover was een rentelast verschuldigd van 24,0 miljoen euro.
De langlopende leningenportefeuille bestaat uit enerzijds traditionele geldleningen en anderzijds uit renteswaps (derivaten). De feitelijke financiering onder de derivaten wordt opgenomen in de vorm van drie- en zes-maands leningen. Deze opnames kunnen op de balans een verschuiving binnen de geldgeverscategorieën openbare lichamen en binnenlandse banken teweeg brengen (in 2018 niet aan de orde).
De langlopende schuld daalde over 2018 met circa 30 miljoen euro. Er werd voor 80 miljoen euro contractueel afgelost en daartegenover werd een nieuwe lening van 50 miljoen euro aangetrokken.
Specificatie derivatenportefeuille.
Conform voorschrift vanuit BBV zijn in onderstaande tabel de belangrijkste kenmerken van de gemeentelijke derivatenportefeuille in beeld gebracht.
Specificatie derivatenportefeuille
x € 1.000.000 | |||||||||
Hoofdsommen | |||||||||
Nr. | Tegenpartij | Credit-rating | Type | Start | Afloop | Looptijd | Rente | Oorspronkelijk | Restant |
1 | BNG | AAA/Aaa | Payer Swap | 2010 | 2060 | 50 | 3,560 | 130 | 130 |
2 | Rabobank | A+/Aa3 | Payer Swap | 2010 | 2020 | 10 | 3,485 | 50 | 50 |
3 | Rabobank | A+/Aa3 | Payer Swap | 2010 | 2019 | 9 | 3,479 | 50 | 50 |
4 | Rabobank | A+/Aa3 | Payer Swap | 2011 | 2021 | 10 | 3,668 | 40 | 40 |
5 | Rabobank | A+/Aa3 | Payer Swap | 2012 | 2042 | 30 | 3,814 | 40 | 40 |
6 | Rabobank | A+/Aa3 | Payer Swap | 2013 | 2038 | 25 | 3,926 | 80 | 70 |
7 | Rabobank | A+/Aa3 | Payer Swap | 2014 | 2039 | 25 | 4,064 | 75 | 63 |
Totaal | 465 | 443 |
Derivaten krijgen gedurende hun looptijd een marktwaarde. Deze waarde is afhankelijk van de contractrente ten opzichte van de marktrente en de restant-looptijd. Bovendien kunnen bij derivaten bijzondere contractsbepalingen aan de orde zijn. Beide aspecten zijn onderstaande tabel weergegeven.
Specificatie marktwaarden en bijzondere bepalingen
x € 1.000.000 | ||||
Nr. | Tegenpartij | Marktwaarde per | Bijstort- | Break clause (1) |
1 | BNG | -89,3 | Neen | Neen |
2 | Rabobank | -3,7 | Neen | Neen |
3 | Rabobank | -1,9 | Neen | Neen |
4 | Rabobank | -3,9 | Neen | Neen |
5 | Rabobank | -21,7 | Neen | Ja, mutual per 7 juli 2023 |
6 | Rabobank | -27,4 | Neen | Ja, mutual per 7 juli 2024 |
7 | Rabobank | -20,9 | Neen | Ja, mutual per 7 juli 2025 |
Totaal | -168,8 |
- Een break clause is een recht om op een vooraf vastgesteld moment het swapcontract tegen marktwaarde af te rekenen. Mutual wil zeggen dat zowel gemeente als bank daarop te zijner tijd een beroep mogen doen. Het risico rond het eventueel inroepen van break clauses voor bovengenoemde swaps 5, 6 en 7 is meegenomen in het gemeentelijke risicomodel en vormt daarmee input voor bepaling van de benodigde weerstandcapaciteit (zie ook Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing ).
De feitelijke indekking van de swaps vindt plaats door middel van 3- en 6-maands leningen. Conform wettelijke voorschriften hebben alle swaps een zogenoemde effectieve positie. Er zou sprake zijn van een niet-effectieve positie indien:
- een derivaat afgesloten wordt vóór het afsluiten van de lening;
- de waarde en looptijd van het derivaat niet overeenkomen met de hoogte van het bedrag en de looptijd van de lening.
Voor derden belegde gelden
De beleggingen voor derden betreft met name het Personeelsfonds ten bedrage van 0,8 miljoen euro.
Waarborgsommen
De waarborgsommen per 31 december 2018 betreffen:
x € 1.000 | ||
Omschrijving | Bedrag | |
Intentieovereenkomsten in Leidsche Rijn | 3.756 | |
Zekerstelling bij uitgifte van gronden | 4.036 | |
Overige waarborgen | 776 | |
Totaal | 8.568 |